Het Clockarium Museum in Brussel

Het art deco gebouw van het Museum


 


Vergroten

Het huis dat vandaag het Clockarium Museum huisvest is een typisch art deco Brusselse constructie van het interbellum, gebouwd in 1935 door de Belgische architect Gustave Bossuyt.



Vergroten

 
Bij de ingang staat een mooie muurfontein,
typisch van de art deco stijl.

Het Clockarium, een rijhuis in art deco

door Cécile Schaack, kunsthistoricus
Dowload in MSWord (.doc)

>> Algemeen

Het huis dat vandaag het Clockarium huisvest werd in 1935 door architect Gustave Bossuyt gebouwd. Het is een typisch Brusselse constructie die toont hoe de esthetiek van de art deco was doorgedrongen tot de burgerlijke architectuur van het interbellum.

Gelegen aan de Reyerslaan is dit huis noch een villa voor de begoede klasse (genre Huis Van Buuren) noch een bescheiden arbeiderswoning. Als rijhuis is het in de eerste plaats een individuele woning en staat zij lijnrecht tegenover de nieuwe woonvorm: het appartement, gepopulariseerd door de wetgeving op het mede-eigenaarschap van 1924 en modieus gemaakt door projecten als het Résidence Palace 1926. Anno 1935 blijven vele Brusselaars nog steeds gehecht aan het idee van de privé-eigendom.

Een andere Brusselse karakteristiek die overeind blijft door de tijd heen en die we in deze woning terugvinden, is het reliëf van de gevel (bow-window op het niveau van de bel-etage). Zij is een uiting van bouwtradities die sterker zijn dan de drang naar « vernieuwing »

Het Clockarium is een huis met voortuin (de voortuin was zeer belangrijk binnen de stedenbouwkundige principes van de 19de eeuw en vroeg 20ste eeuw omdat deze de lanen een groener en imposanter karakter verleende, en moest de kleine burgerij naar bepaalde grote lanen lokken). De stedenbouwkundige planning was zeer streng en geordend ; de Reyerslaan, - BrandtWithlocklaan en Lambermontlaan werden reeds in het begin van de 19de eeuw uitgetekend door Victor Besme. Andere voorbeelden zijn Molière, Demolder en Eisenhowerlaan. Het rijhuis in deze lanen heeft een nieuwe typologie in vergelijking tot deze die direct aan de rooilijn staan. De Reyerslaan heeft haar karakter verloren in de jaren 1970 wanneer de laan, met de aanleg van de viaduct, verworden is tot « snelweg » en de auto koning werd in de stad.

>> Beschrijving van de gevel

Op de onderbouw is de datum van de bouwvergunning ingeschreven, 1935, en de naam van de architect, G. Bossuyt (woonde op de Lambermontlaan).

Dit art deco rijhuis van vier bouwlagen was voor een ondernemer opgetrokken. De benedenverdieping is in hardsteen en heeft een deur en een garagepoort. De verdiepingen waren voorzien in witsteen maar zijn nu bepleisterd.

Een bow-window accentueert de « bel étage » bekroond door een terras. Op de derde verdieping werd  in 1953 de pergola vervangen door een extra kamer met terras. De borstweringen in ijzerwerk zijn oorspronkelijk. Het drieledige schrijnwerk met glasramen werd eveneens in 1953 vervangen door metalen raamwerk. Deze wijzigingen zijn zichtbaar door het verschil in materiaal ( gebruik van witte briketten en een overdragende kroonlijst in quartz).

Oorspronkelijk werd de voortuin afgesloten door een ijzeren hekken in dezelfde decoratieve stijl van de deuren en de borstweringen.

>> Ruimtelijke indeling

Zie het oorspronkelijke plan van de begane benedenverdieping en eerste verdieping op de website van de inventaris van het Brussels bouwkundig erfgoed...

Benedenverdieping:

  • Garage
  • Inkom: 1. vestibule, 2. wachtplaats met bank en fonteintje, 3. trappenhuis.
  • Achterzijde: 1. bureau, 2. vestiaire, wc. en doorgang naar de wasplaats en de diensttrap die leidt naar de keuken op de eerste verdieping.

Eerste verdieping/ bel-etage:

  • Salon (aan de straatkant)
  • Bordes (trap)
  • Eetkamer (aan de tuinzijde)
  • Keuken (bij de transformatie van het huis tot restaurant in 1986, werd de keuken uitgebreid en een nieuwe diensttrap werd geïnstalleerd).

Tweede en derde verdieping:

  • Tweede verdieping: 3 kamers en een badkamer
  • Derde verdieping: 2 kamers met oorspronkelijk een terras

>> Enkele kenmerken van het interbellum

De aanwezigheid van een garage:

In deze periode wordt de auto deel van het dagelijkse leven en zien we de eerste garages. Dit verandert de indeling van het huis. De  « bel-etage », die voorheen boven de kelderkeuken gelegen was zal nu naar de eerste verdieping verhuizen. (Rond 1900 waren de dienstvertrekken ondergebracht in het souterrain, halfondergronds. De dienstvertrekken zullen gereduceerd worden zowel in aantal als formaat en bevinden zich nu op de benedenverdieping of de eerste verdieping (keuken). De indeling van deze nieuwe huizen is erop voorzien dat het dagelijkse huishoudelijke werk met een minimum aan of zonder hulp van personeel kan gebeuren.

De lage plafonds:

Hiermee kan men besparen op verwarming en waar vroeger twee verdiepingen waren kunnen nu drie opgetrokken worden. Dit zal ook de hoogte van het trappenhuis beperken. De opdrachtgevers van dit soort huis verschillend zijn van hun voorgangers. Zij zijn talrijker maar hebben een bescheidener inkomen. De evolutie naar kleinere compactere ruimtes beantwoordt ook beter aan de esthetiek van de art deco die de horizontale lijn verkiest boven de verticale. (uitkragende kroonlijsten, brede belijnende banden in de gevel).

>> Enkele esthetische kenmerken van de art deco

  • Een uiterst verzorgde uitwerking van de vestibule en de inkomhal: 2 mooie ruimtes die men betreedt alvorens in de eigenlijke receptieruimte te belanden (Zwarte en groene marmer voor de muren en de vloeren, omlijsting met mozaïek van de fontein en de basis van de bank).
     
  • De muurfontein: Fonteinen komen regelmatig voor, zeker in herenhuizen waar de inkomhal als een gesloten ruimte is opgevat.
     
  • Het trappenhuis wordt afgedekt door een monochroom glasraam met abstract geometrische motieven. De houten trapleuning is ook versierd met geometrische motieven.
     
  • De ruimtes worden verlicht met neon (nieuwe vorm van verlichting) dat indirect het horizontalisme van het interieur benadrukt. De luchters (plafonniers) zijn gemaakt uit glaspasta en eveneens versierd met geometrische motieven.
     
  • Om de muren reliëf te geven verkiest men plamuursel met textuur boven behangsel en de bepleistering van de gevel.

Zie de beschrijving van het Clockarium gebouw op de website van de wetenschappelijke inventaris van het bouwkundig erfgoed van het Brussels hoofdstedelijk Gewest...

 

Musée Clockarium Museum - Museo - Muzeum - Museu
© Het Clockarium® Museum VZW 2001 - 2024. Alle rechten voorbehouden.
163 Auguste Reyerslaan - 1030 Brussel / Schaarbeek - België
Contacteer ons

Belgische Belgische hart-vlag hart-vlag

Revisie: 13/01/24